OHSAS 18001

OHSAS 18001 bevat eisen voor een arbomanagementsysteem waarmee de organisatie de arborisico's die verband houden met de activiteiten van de organisatie kan beheersen en de prestatie van het systeem kan verbeteren. De OHSAS richtlijn heeft in eerste plaats betrekking op arbeidsomstandigheden en niet op de veiligheid van producten en diensten. Een arbomanagementsysteem op basis van OHSAS 18001 bestaat uit vijf onderdelen:

  1. Arbobeleid.
  2. Planning.
  3. Implementatie en uitvoering.
  4. Controle en corrigerende maatregelen.
  5. Beoordeling door de directie.

Arbobeleid
In dit onderdeel van het arbomanagemensysteem legt de organisatie algemene uitgangspunten voor het arbobeleid vast. In het onderdeel planning worden deze uitgangspunten uitgewerkt in concrete doelstellingen, taakstellingen en arbomanagementprogramma's. Wat betreft het arbobeleid moet een organisatie zich committeren aan drie basisverplichtingen:

  1. Voldoen aan relevante wet- en regelgeving.
  2. Streven naar continue verbetering t.a.v. risico's en gevaren.
  3. Bekend gemaakt aan alle medewerkers zodat zij zich bewust zijn van hun eigen verplichtingen op arbogebied.

Veel organisaties leggen het arbobeleid vast in een beleidsverklaring.

Planning

De beleidsuitgangspunten moeten vanuit de specifieke organisatieomstandigheden worden vertaald in doelstellingen en programma's die zijn gericht op het verminderen van arborisico's en incidenten. Daarvoor is het essentieel dat alle arborisico's en gevaren worden geïnventariseerd. De wettelijke eis tot het uitvoeren van de RI&E dekt voor een groot deel deze eis uit de OHSAS 18001. Afhankelijk van de ernst van arborisico's en -gevaren speelt wat in wet- en regelgeving is opgenomen een belangrijke rol. Eisen uit wet- en regelgeving vormen het minimumniveau voor de geformuleerde doelstellingen.


 

Implementatie en uitvoering

Voor de realisatie van de doel- en taakstellingen en het arbomanagementprogramma zijn allerlei organisatorische maatregelen nodig. Het gaat dan om onder meer het vastleggen van taken, verantwoordelijkheden; procedures en werkinstructies voor werkzaamheden en activiteiten die samenhangen met de belangrijke arborisico's en -gevaren; opleiding van personeel; interne- en externe communicatie en het beheer van informatie en documenten.

Controle en corrigerende maatregelen

De organisatie dient zichzelf te controleren door meting en monitoring van de arboprestaties en het uitvoeren van arbomanagementsysteemaudits. Tijdens de arboaudits wordt de goede werking en samenhang van het systeem als geheel geanalyseerd. Een belangrijk criterium is daarbij of het arbomanagementsysteem in staat is de geformuleerde doelstellingen te realiseren. Bij geconstateerde afwijkingen worden corrigerende en preventieve maatregelen geformuleerd.

Beoordeling door de directie

De directie moet de werking van het arbomanagementsysteem periodiek beoordelen en zich daarbij de vraag stellen of de doelstellingen niet moeten worden bijgesteld, bijvoorbeeld vanwege het streven naar continue verbetering zoals vastgelegd in het arbobeleid. Met het opnieuw vaststellen van beleid en doelstellingen begint de beheers- en verbetercyclus opnieuw.

Wat is certificatie?

Certificatie betekent dat een onafhankelijke deskundige beoordeelt of het onderwerp van certificatie (product of managementsysteem) aan een duidelijk vastgelegde norm voldoet. Wanneer dat inderdaad het geval is, dan wordt dit vastgelegd in een officieel document: het certificaat. Bureaus die hierbij als onafhankelijke deskundige optreden, worden certificatie-instellingen genoemd. De beoordeling vindt plaats op basis van spelregels die zijn goedgekeurd door een college van deskundigen waarin alle belanghebbende partijen zitting hebben. De Raad voor Accreditatie houdt toezicht op de certificatie-instellingen.Een certificatie-instelling geeft een certificaat af wanneer zij het vertrouwen heeft dat een organisatie aan de norm voldoet en daaraan kan blijven voldoen. Minstens eenmaal per jaar wordt gecontroleerd of de organisatie nog steeds aan de norm voldoet. Zo niet, dan kan het certificaat worden ingetrokken. Een certificaat wordt afgegeven voor drie jaar, daarna vindt een complete herbeoordeling plaats.Met het certificaat kan een organisatie aantonen dat het aan alle eisen van de norm voldoet; daarmee is het certificaat dus een waardevol communicatiemiddel. Verschillende doelgroepen zijn geïnteresseerd in de arboprestaties van een organisatie, en daarmee in het certificaat.

Voorwaarden voor het krijgen van een certificaat

Een organisatie kan worden gecertificeerd wanneer zij werkt met een compleet arbomanagementsysteem waarvan de werking is bewezen. Tijdens het certificatieonderzoek wordt beoordeeld of alle elementen van het arbomanagementsysteem daadwerkelijk volgens de norm zijn geïmplementeerd. Vervolgens wordt nagegaan of het systeem ook in de praktijk functioneert. Een belangrijke eis, en voorwaarde voor certificatie, is daarbij of de organisatie voldoet aan alle eisen uit wet- en regelgeving. Uiteraard blijft het mogelijk dat een organisatie die eisen niet haalt. Daarom wordt tijdens het certificatieonderzoek veel aandacht besteed aan de beoordeling van het meet- en registratiesysteem, het controleren van eventuele overschrijdingen en de werking van procedures voor het nemen van corrigerende maatregelen. In dat kader worden ook de procedures beoordeeld voor de melding van overschrijdingen aan de overheid. De adequate werking van deze elementen van het arbomanagementsysteem is een belangrijke voorwaarde voor certificatie. Een norm voor certificatie is ook dat het arbobeleid gericht is op de beperking van arborisico´s en -gevaren en op continue verbetering. De organisatie zal daarom moeten aantonen dat het inzicht heeft in de mogelijkheden om de arborisico´s te verminderen en deze mogelijkheden betrekt bij de formulering van de arbodoelstellingen. Uit deze doelstellingen moet de ambitie tot verbetering blijken.